Responsive image

Artikel 26 Materiële geldigheid van uiterste wilsbeschikkingen

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 26 Materiële geldigheid van uiterste wilsbeschikkingen

1.   Voor de toepassing van de artikelen 24 en 25 wordt de materiële geldigheid bepaald door het volgende:

a)

de handelingsbekwaamheid met betrekking tot de uiterste wilsbeschikking;

b)

de specifieke beletselen om bij uiterste wil ten gunste van bepaalde personen te beschikken, of om goederen uit de nalatenschap te ontvangen van degene die bij uiterste wil beschikt;

c)

de toelaatbaarheid om middels een vertegenwoordiger bij uiterste wil te beschikken;

d)

de uitleg van de uiterste wilsbeschikking;

e)

bedrog, dwang, dwaling en andere omstandigheden met betrekking tot het ontbreken van of op gebrekkige wijze tot stand komen van de wil en wens van de erflater.

2.   Indien een persoon volgens het krachtens artikel 24 of artikel 25 toepasselijke recht bevoegd is om bij uiterste wil te beschikken, is een wijziging van dat recht niet van invloed op zijn bevoegdheid om die uiterste wil te wijzigen of te herroepen.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.